maandag 28 januari 2008

Plateau de Beille.



Weer een zondag met prachtig mooi weer. Een mooie dag om er op uit te trekken.

Vandaag gaan Sylvie en ik samen naar de bergen, naar het Plateau de Beille. Vanaf een afstand met mooi helder weer zien de bergen er prachtig uit. We gaan eens kijken hoe mooi ze van dichtbij werkelijk zijn.

Plateau de Beille is een uitgestrekte hoogvlakte dat ligt op een hoogte van 1780 meter in de Pyreneeën. De weg er naar toe, via de N20 is grotendeels vrij vlak, tot aan het dorpje les Cabannes.

Vanaf daar gaat het stijl omhoog. Je begint op een hoogte van 530 meter en over een afstand van 15.8 kilometer met een gemiddelde stijgingspercentage van 7,9 procent bereik je dan uiteindelijk het Plateau. Het schijnt een uitdaging te zijn voor dappere fietsers.Het voordeel van een hoogvlakte is dat je er met de auto moeiteloos kunt komen en waar je dan op een makkelijke manier toch hoog in de bergen kunt wandelen. En dat willen we.

Het is er druk, de parkeerplaats staat mudvol. Op deze mooie zondagmiddag willen veel mensen nog even gaan skiën. Maar het is lang geleden dat het voor het laatst gesneeuwd heeft en de warme zon doet zijn verwoestend werk. Er zijn heel veel plekken waar geen sneeuw meer ligt. Alleen op de pistes hebben ze met moeite nog wat sneeuw geproduceerd. Nog een weekje en de pistes zijn gesloten.

Er staat nog wel een lange rij skiliefhebbers voor de kassa om een toegangskaartje te bemachtigen. Daar sluiten we maar niet bij aan, wij gaan koffie drinken in het restaurant. En vanaf dat drukbezette terras kunnen we na de koffie ook zo de vlakte oplopen, blijkt het. Maar het wandelen valt tegen, de sneeuwplekken zijn te glad en de ontdooide plekken zijn te modderig. Daar kun je natuurlijk ook geen kaartje voor gaan kopen. Dat is voor de skiërs en de vele sleetjes rijders. Die gebruiken de spaarzame sneeuw.

Wij komen in de zomer wel weer terug, dan kun je er eindeloos wandelen en zijn er ook veel minder mensen.


vrijdag 25 januari 2008

Sarkozy.



Een fijne president hebben wij hier.

Ook hij vindt dat het leven duur wordt, zodat hij allereerst zijn eigen salaris maar heeft verdubbeld. Geen punt, dat zou ik ook doen als ik de kans had.

Maar gelukkig heeft hij ook het goede met zijn volgelingen voor. Want hij is een president voor alle Fransen, zoals hij zegt. Hij vindt ook dat al die Fransen het steeds moeilijker krijgen door die voortdurende prijsverhogingen. Hij heeft dus, zoals een goede leider betaamd, een uitstekend oplossing bedacht. Hij heeft in zijn wijsheid besloten dat de Fransen méér en langer mogen werken zodat ze dan ook meer verdienen. En ook mogen ze de, wat in Nederland ADV-dagen heet, inwisselen voor geld.

En weg is de door de socialisten zwaarbevochten 35-urige werkweek.
Zo, probleem opgelost. Slimme president.

Er zijn anderen, er zijn héél véél anderen. Er zijn werkelozen die leven van een minimum uitkering. Er zijn arbeidsongeschikten die leven van een nog lagere uitkering.

Er zijn gepensioneerden die leven van een soms erg dun pensioentje. Er zijn zogenaamde SDF-ers, daklozen die de straten van de steden en dorpen bevolken en die leven van wat ze op straat kunnen vinden en die in de winter elke dag een gratis maaltijd mogen halen bij Resto du Coeur, een humanitaire vrijwilligers organisatie.
En reken er op dat die uitkeringsbedragen hier niet hoog zijn.

En al deze mensen kunnen niet langer werken om meer te verdienen, hebben geen ADV dagen om in te leveren. Al die mensen teren alleen maar in.
En voor al deze mensen heeft hij géén oplossing bedacht.

Zijn populariteit is aan het zakken, hoe zou dat nu komen?

maandag 21 januari 2008

Wat een dag

Wat was het toch mooi weer vandaag. Met 14 graden op de thermometer achter het huis, was het voor het huis in de zon bijna 25 graden. En dat is warm, zeker in de winter. Het zal wel niet goed zijn, maar het is wel lekker.

Een prachtige dag om een paar dode bomen om te zagen in het bos. Uiteindelijk blijft het niet altijd zo warm, er moet wel brandhout komen voor de minder warme dagen die ongetwijfeld weer komen.

Vanmiddag zaten we na het eten lekker in de zon bij te komen van de eenvoudige doch voedzame maaltijd, toen onze jagerbuurman bij ons hek stopt. Wat moet die nou weer?

Die vraag wilde hij direct wel beantwoorden.

Bon année et bonne santée, was zijn goede wens voor ons namens de dankbare jagersclub van Brie. Een goed jaar en een goede gezondheid gewenst. Dat was aardig van die man. Wij wensten hem natuurlijk ook veel heil en zegen voor dit nieuwe jaar.

Maar hij kwam niet met lege handen. Was ik laatst benieuwd of de wilde zwijnenjagers nog een stuk vlees zouden brengen, wat dus niet gebeurde, deze goede man had een mooi stuk reëenvlees voor ons meegenomen.Een stukje mooi mals vlees van een jonge ree die gisteren geschoten en vandaag geslacht was. Mooier en verser kon het toch niet?

Ik heb de knal van het dodelijke geweerschot wel gehoord, gisteren.
En wat eerder op de dag tijdens onze zondagochtendwandeling heb ik die ree ook gezien die opgejaagd door Filou het bos uit kwam rennen. Het was een erg mooi exemplaar, goed in het vlees.

Maar Diny begon gelijk een oud liedje van de Selvera’s te zingen:

twee reebruine ogen die keken de jager aan,
twee reebruine ogen die hij niet vergeten kon.

Maar daar heeft ze mij niet mee. Ik vind het mooi als je weet wat je eet en dat kun je bij de gekochte kipfilet niet zeggen.


donderdag 17 januari 2008

Konijnenplaag



Tien jaar lang waren hier geen konijnen. Volgens een buurman zijn die verdwenen na een enge ziekte. Dat komt meer voor, vooral als er te veel zijn.
Op andere plekken, niet ver van hier stikt het van de konijnen, tot verdriet van de daar wonende mensen. Ze vreten namelijk de groentetuin leeg. Die mensen leveren dan ook een strijd op leven en dood met die aardige beestjes.
Laatst zag Diny een klein beestje met een wit staartje wegrennen voor Filou. Zouden ze nu eindelijk terugkomen en zich hier ook vestigen? Het is lang goed gegaan.
Maar gelukkig hebben we hier een heel goede konijnenpopulatiekorthoudster bij huis lopen. Nee, niet Filou. Misschien doet hij dat ook wel als hij ze eenmaal ingehaald heeft.
Maar de beste konijnenvanger is Lea de poes. Tenminste die verdenk ik ervan, dat is de meest vinnige van de beide katten.
Ik heb nu al een paar keer achter elkaar konijnenonderdelen gevonden, zoals half afgekloven poten. En gisteren zag ik een lichaam zonder kop naast de werkplaats liggen. Ja, ze brengt ze trouw mee naar huis. Dat hoeft ze voor mij niet te doen. Ik eet ze niet.
Al fokken de konijnen nog zo snel, Lea achterhaalt hun wel.

zaterdag 12 januari 2008

kippenpraat

Volgens de krant is er een kippententoonstelling in l’Union.

L’Union? Nooit van gehoord, is dat een plaats of is dat heel Europa? Wat wordt hier bedoeld?

De routeplanner geeft uitkomst, het blijkt een dorp te zijn in het noorden aan Toulouse is vastgegroeid, op 60 kilometer van Chicane. Maar ja, dichterbij kunnen we het niet krijgen. Ze zijn hier in de omgeving niet zo tentoonstellingachtig. Hier gaat het meer om de eieren en het vlees.
Aangezien mijn hanen zijn overleden en enkele kippen al vrij oud worden en nog maar minimaal eieren leggen, wil ik wel eens weer vers bloed aanschaffen.

Dus moet ik daar naar toe om te kijken wat er in de buurt te koop is. Diny is ook de hele middag op pad, pianoles en koor, dus neem ik de camper mee. En een lege doos voor het geval dat.

Moeiteloos vind ik de grote hal waar de TT gehouden wordt. Met de knip in de hand loop ik naar binnen en heb gelijk al de eerste meevaller, de toegang is gratis! Waar vind je dat nog in deze dure tijden.

Binnen staan de lange rijen kooien met de gekeurde dieren, maar het haalt lang niet bij de TT in de Bernardhallen in Zuidlaren of in de Martinihal. Dat was altijd gigantisch, je kon geen ras bedenken of het was er wel. Hier is dat wat minder, maar er zijn prachtige exemplaren te zien. Ik blijf een poos staan kijken bij een trio wyandotte krielen dat te koop is maar laat het toch maar voorbij gaan. Ze zijn erg mooi maar de eieren zijn zo klein.

Er staat ook een lange rij met Marans kippen. Een Frans ras met heel donkerbruine eieren. Heel bijzonder. Er zijn er ook bij die te koop zijn voor 30 Euro per stuk ongeveer. Een beetje duur is het wel.

En achter een tafel, dicht bij die kippen, zit een mevrouw van de maranskippenclub te wachten op klandizie. Ze wil graag informatie geven, daar zit ze voor, want de Maransclub is een actieve club en ze willen blijkbaar graag nieuwe leden.

Ik vraag haar of er ook broedeieren te koop zijn en dat is zo. 1 Euro per stuk. Kijk, dat klinkt al heel anders.

Ze noteert mijn telefoonnummer en zegt dat haar man mij zal bellen zodra hij 20 eieren bij elkaar heeft van de kleur die ik opgegeven heb, noir-argente oftewel Zwartzilverhals in ABN.

En nu wacht ik maar af, wordt vervolgd.


donderdag 10 januari 2008

Weerpraatje



December is voorbij, evenals het hele jaar 2007. We kunnen de eindbalans opmaken van het weer.
De regen is een beetje overvloedig gevallen, wel 55 millimeter in december. En dat is toch weer meer dan in 2 voorgaande decembermaanden, met resp. 31 en 26 millimeter. Maar het was weer lang niet voldoende om het noodzakelijke jaargemiddelde te halen. Volgens een bron in de krant die, volgens eigen zeggen, al 30 jaar het weer bijhoudt, moet er gemiddeld (in Pamiers) 875 mm regen vallen.
Ik kom dit jaar niet verder dan 778 mm. En dat is al weer veel beter dan in 2005 en 2006, waar resp. 526 en 495 mm is gevallen.

Ik lees steeds dat in Nederland het afgelopen jaar, samen met 2006, tot de meest warmste jaren behoort sinds heel lange tijd.
Dat patroon lees ik hier niet uit mijn eigen statistieken. 2007 was gemiddeld toch beduidend koeler dan 2006, een beetje warmer dan 2005 en weer minder warm dan 2004.
Maar volgens het zelfde kranten artikel is het over 30 jaar gezien wel zo dat we “méditerranéisons.” ( ik heb goed moeten kijken voor ik dit woord goed had overgeschreven) en dat betekent dat we langzaam toch richting een middellandse zee klimaat gaan. Maar dat schijnt ook wel lekker te zijn.

Om mijn voorliefde voor grafieken bot te vieren, doe ik er deze keer zelfs twee bij.
Eén geeft zoals gewoonlijk het verloop van de maandtemperatuur weer en de tweede laat de gemiddelde temperaturen over 4 jaar zien.

maandag 7 januari 2008

Nieuwjaar 2008


Allereerst natuurlijk nog maar weer eens de allerbeste wensen voor iedereen die dit leest.
Diezelfde goede wensen die we afgelopen zondagmiddag ook aan onze medeburgers in Esplas hebben doen toekomen.

We waren, net als de voorgaande jaren, weer uitgenodigd om bij elkaar te komen ten einde gezamenlijk het glas te heffen en een paar stukken taart en een paar chocolaatjes en een mandarijn en nog maar weer een ander stuk taart te eten op het nieuwe jaar. En ook nog maar weer een paar glaasjes champagne. Dat gaat er altijd wel in, bij mij tenminste. En we zijn lopend gekomen want we weten inmiddels hoe dat gaat.

Onze burgervader had zijn toespraak helemaal in het teken van de naderende gemeenteraadsverkiezingen gezet. Hijzelf en de meeste gemeenteraadsleden stellen zich weer beschikbaar en kunnen wat hem betreft weer herkozen worden.
Voor de ene die afhaakt hebben ze al weer een goede vervanger gevonden. We hoeven, geloof ik, niet meer te doen dan op hun stemmen. Een oppositie bestaat hier blijkbaar niet, de socialisten hebben ruimschoots de overhand. Ik geloof zelfs dat er geen tegenlijst bestaat zodat stemmen bijkans overbodig is, er valt niets te kiezen. We gaan er t.z.t. toch maar heen, we hebben ons niet voor niets ingeschreven in het kiesregister.
En dat was algemeen bekend geworden bij onze medeburgers, zo kon ik merken aan de nieuwsgierige vragen die mij gesteld werden. Een soort geheim van Soestdijk bestaat hier niet, wij doen hier aan openheid.
Ook vonden wij dat de burgemeester aardiger tegen ons was dan andere jaren. Diny werd zelfs nog gekust door die vlegel. Hij zal onze stem toch nog belangrijk vinden.

Een vriendin van Diny, die daar ook was, verklaarde desgevraagd dat zij ook best wel graag in de gemeenteraad zou gaan zitten, maar dat vreemdelingen (ook zij is import, maar dan wel franse import) hiervoor nooit worden gevraagd. Dat houden die Esplassers liever onder elkaar. Er mochten eens nieuwe ideeën komen.

Wie weet komen we nog samen met een nieuwe lijst “import Esplassers”. Als alle import daar op zou gaan stemmen konden we ook nog wel eens de meerderheid krijgen. En dan ook nog op democratische wijze.

donderdag 3 januari 2008

Zwijnenvernietigingsdag

De laatste zaterdag voor kerst.

Het is ieder jaar hetzelfde liedje, als december op een eindje loopt komen de jagers met zwaar geschut om de bossen te zuiveren van wilde zwijnen.
We zijn er nog nooit één in levende lijve tegengekomen, maar ik wist wel dat ze er moesten zijn. Voornamelijk aan de wroetsporen in het pas ingezaaide bouwland. Ook hoor ik er ’s avonds wel eens één krijsen in de landerijen tegenover ons.
Die schade voor de boeren zal ook wel de hoofdreden zijn voor deze moord, sorry, jachtpartij. Buiten het sportieve aspect natuurlijk, de zogenaamde krachtmeting tussen mens en dier. Het oergevoel van de jagende man, de kostwinner.

Het is al vroeg raak, of mis, net hoe je het bekijkt. Ik hoor honden blaffen, huilen en janken. Een typisch geluid van die jachthonden. Mannen, wel een stuk of 10, schreeuwen naar de honden en naar elkaar. Ze hebben met z’n allen het bosje omsingeld. Omdat het tegen een helling ligt kan ik met de verrekijker vanaf de geitenweide het spektakel een beetje volgen.

De jagers hebben tegenwoordig allemaal een oranje petje op, dat moet van de president. Er moet toch enig onderscheid zijn tussen zwijnen en jagers.

De bedoeling is dat de honden aan één kant het bos in gaan en dat aan de andere kant het wild er uit komt rennen, in de hoop aan die blaffende en bijtende wezens te ontsnappen. En die opzet slaagt erg goed. In een korte tijd zie ik drie wilde zwijnen het hazenpad kiezen.
Maar al rent een zwijntje nog zo snel, een kogel achterhaald hem wel. Een kogel? Het is een spervuur van geweerschoten dat de vluchtende dieren wordt nagezonden. Ze hebben dan ook geen schijn van kans om daar heelhuids van af te komen. De een na de ander duikelt zwaar gewond over de kop. Een enkele probeert zich nog in veiligheid te slepen, maar een genadeschot maakt ook daar een einde aan.

En dat geschiet, geschreeuw en geblaf gaat de hele dag door. Zelfs later op de middag, als het al wat begint te schemeren, zie ik vanuit mijn kamer door het raam dat de geiten en de ganzen heel verschrikt éénzelfde kant opkijken. De geiten staan startklaar om te vluchten.

Wanneer ik het raam open zet, hoor ik dichtbij de honden huilen en even later weer meerdere salvo’s schoten. Het moet toch niet gekker worden met dat geknal, het is nu wel erg dicht bij huis. De wettelijke minimum afstand waar nog geschoten mag worden is, meen ik, 500 meter vanaf een woning.

Ik vraag me wel af wat er nu nog geschoten wordt. De zwijnen zijn intussen toch wel op. Misschien zijn ook alvast aan het reeën bestand begonnen.
Waarschijnlijk moesten er nog diverse kerstdiners aan vlees geholpen worden.
Ik ben benieuwd of ze ons ook nog een varkenslapje komen brengen. Dat zou de eerste keer zijn, maar je weet maar nooit.

Filou mag, bij hoge uitzondering, dekking zoeken in de woonkamer onder de stoel waar Diny zit. Dichterbij kan hij niet komen. Hij haat harde knallen.
Ik ook.

Stom, verkeerde foto, ik mis de oranje petjes.